AchtergrondBinnenkortFeatured

Burggraaf duikt in de ‘roaring twenties’

In de jaren ’20 van de vorige eeuw gebeurde er op muziekgebied van alles, en veel daarvan is de moeite waard om opnieuw tot klinken te brengen. Dat ontdekte zangeres Cora Burggraaf, die samen met het Calefax Rietkwintet een programma samenstelde over de ‘Roaring Twenties’. Een interview.

Cora Burggraaf: "Het moet een geweldige tijd zijn geweest" (foto: Oliver Boekhoorn).

Het Koninklijk Concertgebouw viert zijn jubileum onder meer met terugblikken naar de verschillende decennia uit zijn 125-jarig bestaan. Cora Burggraaf vertelt hoe haar programma met Calefax in dat kader tot stand kwam: “Aart-Jan van de Pol, die de Kleine Zaal programmeert, vroeg Calefax en mij om de twintiger jaren muzikaal te belichten. Toen ik daar in dook, bleek er zo ontzettend veel te zijn, ik heb eindeloos op Spotify gezocht en muziek en filmpjes uit die tijd beluisterd en bekeken.”

“Ik wilde het programma graag die speciale sfeer van de Roaring Twenties geven. Dat moet een geweldige tijd zijn geweest. Vrouwen gingen zich in het openbaar anders gedragen, veel losser. Na de Eerste Wereldoorlog werd de manier waarop mannen en vrouwen met elkaar omgingen totaal anders. Daar hoorde ook een soort muziek bij, die wij als Nederlanders herkennen.”

“Er zitten in het programma ook een paar schlagers uit die tijd. Max Tak bijvoorbeeld, die afkomstig was uit het Concertgebouworkest en in de jaren ’20 een bioscooporkest in het Tuschinski Theater leidde. Hij componeerde ‘Onder de bomen van het plein’ en een lied over het snobisme van de bezoekers aan het Concertgebouw.”

“Met veel plezier heb ik in het programma twee liedjes van Josephine Baker opgenomen, daar ben ik echt fan van. Jelte Althuis van Calefax heeft ze in zijn arrangement geschikt gemaakt voor mijn stem.”

“Van Henriette Bosmans vond ik foto’s uit die tijd, in echte ‘flapper dress’, met veren en al. Ik wilde van haar als Nederlandse componiste ook werk opnemen. Haar ‘Le diable dans la nuit’ is een erg theatraal stuk.”

Drie jurken

“De stukken van Kurt Weill in het programma, daar verheug ik me erg op”, vervolgt Burggraaf. “Zijn muziek was voor mij ooit de reden om klassieke zang te gaan studeren. Ik begon als zeventienjarige met jazz en kon aanvankelijk niet kiezen toen ik naar het conservatorium ging. Maar ik moest een keuze maken en dat werd klassieke zang. Ik dacht toen: als ik mijn stem beter leer te gebruiken heb ik meer mogelijkheden met de muziek van Weill.”

Het programma ‘Roaring Twenties’, dat na het Concertgebouw nog reist naar Rotterdam en Utrecht, omschrijft Burggraaf als een ‘theatraal concert’. Cabaret is de rode draad. “Regisseur Dagmar Slagmolen heeft de muziek in die sfeer geplaatst waarbij ik de vrouw ben die de vijf mannen om haar vinger windt. Ik vind het bij een recital meestal onzin om in de pauze te verkleden, maar nu mag ik wel drie verschillende jurken aan.”

Grenzen

Een kleinschalige voorstelling past goed in wat Burggraaf op dit moment in haar carrière belangrijk vindt. “Ik ben vorig jaar moeder geworden, en in die tijd ook gaan zoeken naar wat ik nou écht wil doen, waar mijn hart ligt en waarmee ik het publiek het meeste geef. Ik ben die weg nu aan het vinden, geloof ik.”

(Foto: Oliver Boekhoorn)

“Natuurlijk is er nog steeds opera, maar ik wil ook muziektheater doen, mijn eigen projecten, kleinschaliger dan opera. Ik ben aan het denken over een kleinere bewerking van de Voix Humaine-uitvoering die ik eerder tijdens de Operadagen Rotterdam met Yannick Nézet-Séguin en het Rotterdams Philharmonisch Orkest heb uitgevoerd. Ik vind het interessant om de grenzen op te zoeken van het theater, het recital, ook om dat format te doorbreken. Wat ik in ‘Roaring Twenties’ met Calefax doe, zou je als cabaretrepertoire kunnen bestempelen, maar het zou in zijn vorm ook met meer klassiek repertoire kunnen.”

“Mijn cd Folk Stories, die afgelopen jaar uitkwam, is daar op een andere manier ook een voorbeeld van. Op die plaat hebben de musici en ik de volksliedjes die klassieke componisten tot ‘art songs’ bewerkten weer naar hun informele sfeer teruggebracht, los van de formaliteiten van het recital.”

De zangeres kan, een paar dagen voor het optreden in het Concertgebouw, moeilijk kiezen wat haar favorieten zijn in het programma. “Natuurlijk Surabaya Johnny van Kurt Weill, maar ik zing ook Funeral Blues uit de Cabaret Songs van Benjamin Britten.”

En dan moet ze weg, “teksten leren, want dit repertoire vanaf een partituur zingen, dat doe je niet”.

Cora Burggraaf en het Calefax Rietkwintet voeren The Roaring Twenties op woensdag 24 april uit in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Kaarten daarvoor zijn te koop via de website van het Concertgebouw. Daarna zijn er nog voorstellingen in Rotterdam (27 april) en Utrecht (17 mei).

Hieronder de trailer:

Vorig artikel

Uitslagen en filmpjes The Opera Awards

Volgend artikel

Staatsoper stelt teleur met Der Freischütz

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.